De noodzaak van een vooronderzoek
Een restauratie van een meesterwerk mag nooit beginnen vooraleer een grondig onderzoek is uitgevoerd, waarbij alle gegevens worden verzameld, historisch en technisch. In dit geval moesten de resultaten van een dergelijk onderzoek medegedeeld worden aan de comités (nationaal en internationaal) voor debat en bespreking. De leden van de comités moesten documenten in handen krijgen, schema’s met de overschilderingen, voorstellen van restauratie (welke ‘overschilderingen’ wegnemen? Welke niet?). Het nationaal comité waarvan ik lid was heeft geen voorbereidende documenten in handen gekregen. Is de Aanbidding grondig onderzocht voor de restauratie? De laattijdige observatie van de hand van Hubert aan de hand van details die centraal lagen in de Aanbidding lijkt erop te wijzen dat men weinig tijd heeft besteed aan vooronderzoek, maar dadelijk is beginnen schrapen.
Niet alle oude overschilderingen moeten weggeschraapt worden. Bijvoorbeeld als hetgeen eronder ligt beschadigd is, en als het onzeker is dat de restaurateurs een betere retouche zullen uitvoeren. Het is ook algemeen aanvaard dat men kan kiezen voor het behouden van een later toegevoegd detail met historische waarde. Dat was zeker het geval voor het zogenaamd kasteel ‘Cortewalle’, waarvan men niet kan uitsluiten dat het door Jan was geschilderd.
In het rapport van 2020 in closertovaneyck en in de publicatie van 2021 (Steyaert et al.) is een schema gepubliceerd die zeer approximatief in het rood aangeeft waar “zones liggen waar overschilderingen werden weggeschraapt”. Niet alleen kwam het schema te laat (na de restauratie), maar het is ook misleidend. Brede zones worden in het rood gekleurd, alhoewel er soms enkel kleine details werden weggeschraapt. Op andere plaatsen is het inderdaad de volledige rode zone die is weggeschraapt. Had men het aandeel van Hubert vroeger erkend, dankzij een grondig voor onderzoek, dan moest bijna de volledige oppervlakte van de Aanbidding in het rood gekleurd zijn.