Dateren of identificeren? De vooruitgang van de wetenschap
De wetenschap heeft veel vooruitgang geboekt in de identificatie van oude materialen zoals additieven bij de pigmenten, bindmiddelen…. Ook is de digitale beeldvorming een enorme vooruitgang voor de kunstgeschiedenis. Nieuw is de techniek MA-XRF die voor het eerst werd aangewend voor het gesloten retabel tijdens fase 1 van de restauratie. Die laat toe de chemische elementen in kaart te brengen over een grote oppervlakte. Maar de vooruitgang in de identificatie van de componenten houdt niet in dat het dateren dezelfde vooruitgang heeft geboekt, enerzijds omdat het onmogelijk is van nature uit, anderzijds omdat datering verdere documentatie en perspectief vereist, waarvan we nog veraf zijn.
De ‘overschildering’ werd hier verkeerdelijk als ’16de- eeuws’ bestempeld door de restaurateurs. Over hun argumenten, wetenschappelijk onderzoek, documenten… op dewelke deze datering steunt, geven ze niets aan. De materialen gebruikt in de 15de-en 16de-eeuw zijn grotendeels dezelfde, en kunnen geïdentificeerd worden, maar niet gedateerd. Waarom werd die datum niet in vraag gesteld? Werd die late datum misschien achteraf aangewend om het idee op te roepen bij het grote publiek dat de weggeschraapte overschildering niet van Van Eyck kon zijn? Aldus kon men dan het ‘wegschrapen’ verrechtvaardigen. Uiteindelijk hebben de restaurateurs gesteund op het “korrelig uitzicht” van de laag, die ze vergeleken met de overschildering op het gesloten retabel.
Van de zware interventie in het hoge deel van de Aanbidding is er geen correcte melding, noch in het rapport van 2020, noch in de publicatie van 2021 (Steyaert et al.).