Selecteer de taal

 De kopie van Michiel Coxcie (1557-1558)

Als hulp voor het dateren van de originele lagen en van de overschilderingen in het Lam Gods kunnen we echter beroep doen op een zeer oude kopie. De schilder Michiel Coxcie voerde die uit in 1557-1558 in opdracht van de Koning Philip II van Spanje. Voor een detail dat tegelijkertijd voorkomt in het Lam Gods en op de kopie, kunnen we a minima een tijdsspan voorstellen van tussen 1432 en 1557. De toewijzing aan Hubert, aan Jan of aan een andere hand zal men echter voorzichtig hanteren. Meerdere details die voorkomen in de kopie van Coxcie, werden uit het Lam Gods geschraapt, zonder uitleg. We zullen er voorbeelden van zien in dit rapport.
9Coxcie cStaatlicheMuseenzuBerlinGemaldegalerie fotoPrezy 1 1024

Fig. Michiel Coxcie, paneel met de Aanbidding van het Lam, (Staatliche Museen zu Berlin, Gemäldegalerie). Deel van de kopie van het Lam Gods, uitgevoerd in 1557-1558 in opdracht van de koning van Spanje Philips II. De retabelpanelen zijn vandaag verspreid over verschillende musea.

De kopie is trouw aan het model van Jan Van Eyck, al bestonden er in 1557-1558 reeds overschilderingen en oude herstellingen, die Coxcie dan ook heeft overgenomen. We beschouwen echter dat Coxcie overwegend het werk van Jan Van Eyck kopieerde. Zoals reeds vermeld, vertoonde de laag die in fase 2 werd blootgelegd reeds beschadigingen voor de ‘overschildering (van Jan?)’ begon. We weten niet hoeveel tijd er verliep tussen het moment waarop Hubert met schilderen stopte, en het moment waarop Jan eraan begon. Dat kunnen enkele jaren zijn waarbij eventueel vernislagen aangebracht werden en er schade was voorgevallen (bijvoorbeeld door nalatigheid voor een onafgewerkt retabel, of door brandende kaarsen op een altaar…).
Het belet niet dat de restaurateurs bij fase 2 voorzichtig hadden moeten zijn vooraleer details weg te schrapen die voorkomen op de kopie van Coxcie. We kunnen zien dat de restaurateurs met hun scalpel in het bijzonder de blauwachtige verten maar ook veel van de begroeiing verwijderden. Men had de kopie van Coxcie voortdurend moeten raadplegen. Te veel details die bij Coxcie aanwezig zijn, en dus zeer oud waren, werden in fase 2 weg geschraapt. Soms gebeurt het dat overschilderingen, zelfs van latere datum, deel uitmaken van de geschiedenis van het retabel, en dan is het belangrijk om die te conserveren. Dat was zeker het geval met het kasteel ‘Cortewalle’, dat mogelijk nog door Jan was geschilderd. Het afschrapen ervan werd niet besproken in het nationaal adviescomité. Ook het verwijderen van een kapel, zoals we later zullen zien, werd niet gemeld.

3. ens 300